Audi en sport: meer dan 100 jaar topprestaties
Sportiviteit maakt al vanaf het prille begin deel uit van het DNA van Audi. Onder impuls van stichter August Horch ontdekte het merk met de vier ringen de racewereld, en Audi zou deze nooit meer verlaten. Ontdek een geschiedenis vol successen in de meest prestigieuze wedstrijden, met vooruitgang en innovatie als drijvende krachten achter dit schitterende avontuur dat nog lang niet is afgelopen.
Oprichting van Audi Sport
24U van Le Mans overwinningen
DTM-titels
Van 1906 tot 1926: de sportieve roots van Audi
Dankzij August Horch proefde Audi al snel de zoete smaak van de overwinning. De oprichter van het merk zag autosport als een unieke kans om zijn modellen in de kijker te plaatsen.
Na verschillende successen met wagens die zijn eigen familienaam droegen, richtte Horch in 1909 Audi op. Hij lanceerde zijn nieuwe modellen meteen in de autosport, en aarzelde niet om zelf achter het stuur plaats te nemen. Met de Audi Type C Alpensieger won Horch van 1912 tot 1914 drie keer op rij de prestigieuze Oostenrijkse Alpine Rally. DKW, een ander merk dat later deel zal uitmaken van Audi, is niet te kloppen in de motorraces. De slogan van het merk? “1.000 overwinningen in twee jaar!"
In 1914 drukte ook het merk Wanderer zijn stempel op de Oostenrijkse Alpine Run met het legendarische model "Puppchen", en vanaf 1928 bleef het de successen opstapelen. Deze laatste leidden tot contacten met Ferdinand Porsche, wiens studiebureau al snel de racewagens ontwikkelde voor Auto Union.
Aan het begin van de eeuw wonnen de motoren van het merk NSU talrijke wedstrijden, maar de successen op vier wielen waren toen minder groot. De witte auto's met hun zescilinder supercharged krachtbron van NSU deden het echter uitstekend in de 1500 cc-klasse tijdens de eerste Duitse Grand Prix in 1926.
Van 1923 tot 1939: de heerschappij van de Silver Arrows
Toen Audi, DKW, Horch en Wanderer in 1932 fusioneerden tot Auto Union, werd alweer gekozen voor autosport om het nieuwe bedrijf in de spotlights te plaatsen.
Dit keer bevinden de ambities zich op het hoogste niveau: Grand Prix races. De beroemde "Silver Arrows", ontworpen door Ferdinand Porsche, zorgen voor ongeziene successen voor Auto Union vanaf 1934. Piloten Hans Stuck, Achille Varzi en vooral Bernd Rosemeyer schitteren jarenlang. In 1936 wordt Rosemeyer zelfs Europees kampioen - destijds de hoogste beloning - en dankte zijn populariteit aan zijn brute talent.
De grote blikvangers uit deze periode waren zonder twijfel Type C en Type D. De Auto Union Type C kon uitpakken met een verbluffende topsnelheid van 340 km/u, type D was een magnifieke racewagen voorzien van een krachtige drieliter 12-cilinder.
1908 tot 1968: NSU naar de top
Het merk NSU, dat zijn eerste successen bij de motoren kende, startte aan het begin van de jaren '60 met autoraces. Na een bekroond debuut in de rallysport in de Tour of Europe, ontdekte NSU een specialiteit: bergrijden, of "Hillclimb", dat het begin van het NSU/Wankel-tijdperk zou inluiden.
Met een NSU/Wankel Spider behaalde Sigfried Spiess in 1965 een overwinning in de German GT Hillclimb. In 1967 en 1968 werd hij zelfs Duits kampioen van alle categorieën. Tussen 1961 en 1968 gingen in totaal zes nationale kampioenschapstitels naar NSU-wagens. En op het internationale podium won de fabrikant niet minder dan 29 toerwagenkampioenschappen tussen 1962 en 1967.
In 1969 fusioneerde NSU met Auto Union.
Van 1929 tot 1964: DKW en de glorie van de tweetakt
Het succes van DKW valt samen met dat van de tweetaktmotor. Na vele overwinningen bij de motoren wil het merk zich bewijzen in de autosport. DKW begint vlot met motoren van slechts 15 pk, maar bouwt al snel krachtiger motoren en neemt deel aan steeds grotere races.
De grootste successen werden behaald in de rallysport, waar de DKW 3=6 Sonderklasse zijn dominantie bevestigt, bestuurd door Walter Schlüter, Gustav Menz en Heinz Meier. Het trio zal in 1954 de eerste drie plaatsen op het Europese kampioenschap behalen, terwijl Heinz Meier tweemaal Duits kampioen wordt.
Van 1929 tot 1964 wonnen DKW-renners meer dan 100 kampioenschappen, 150 algemene overwinningen, 35 teamoverwinningen en 2500 klasse-overwinningen.
Van 1980 tot 1987: dominantie van de quattro technologie
De verschijning van de quattro vierwielaandrijving markeert het begin van sportieve prestaties onder de naam Audi. Dankzij deze revolutionaire technologie neemt Audi de leiding van het Wereldkampioenschap Rally, dat vandaag WRC heet.
In 1983 en 1984 veroverde Hannu Mikkola en vervolgens Stig Blomqvist de hoogste titel in de categorie Piloten, terwijl Audi in 1982 en 1984 het Constructeursklassement domineerde. Naast deze vier wereldtitels won de quattro tussen 1981 en 1987 24 rally's over de wereld. Opmerkelijk is dat vier van deze successen werden behaald door de Franse Michèle Mouton, de enige vrouwelijke winnaar in het WRC tot nu toe en vice-wereldkampioen in 1982.
Van 1985 tot 1987 zou Audi ook drie keer de Pikes Peak Hill Climb winnen met de legendarische Audi Sport quattro S1. Na Michèle Mouton (1985) en de Amerikaan Bobby Unser (1986) schreef Walter Röhrl in 1987 geschiedenis door als eerste de klim in minder dan 11 minuten te doen. Een verandering in het reglement en de zin naar nieuwe uitdagingen stimuleren Audi om zijn quattro aandrijving in te zetten in een nieuwe discipline: het circuit.
Van 1988 tot nu: een nieuw tijdperk voor Audi
Na zijn periode aan de top van de wereldrally's kon Audi zich onderscheiden op de Amerikaanse circuits met een titel in het Trans-Am kampioenschap in 1988, en in Duitsland door een eerste DTM-overwinning in 1990. Vervolgens doen de Audi 80 en daarna de Audi A4 Supertourism de vier ringen schitteren in internationale en nationale competities. Het seizoen 1996 was uniek met maar liefst zeven gelijktijdige overwinningen: Frank Biela in Groot-Brittannië, Dindo Capello in Italië, Emanuele Pirro in Duitsland, Brad Jones in Australië, Jordi Gené in Spanje, Terry Moss in Zuid-Afrika en ... Jean-François Hemroulle in België!
Aan het begin van het tweede millennium besluit Audi de uitdaging van de meest veeleisende uithoudingsraces aan te gaan, met als hoogtepunt de 24 Uur van Le Mans. Vanaf zijn tweede deelname in 2000 wint de Audi R8 "de grootste wedstrijd ter wereld". Dit was de eerste van 13 successen in de Sarthe voor het merk, dat in 2012 ook geschiedenis schreef door als eerste een hybride prototype in te zetten, waarbij de R18 e-tron quattro werd uitgerust met een quattro aandrijving (niet permanent) door het gebruik van elektromotoren op de vooras.
Naast zijn prestaties op Le Mans keerde Audi in 2004 ook terug naar de DTM, aangemoedigd door Laurent Aïello's coureurstitel in een "privé" Audi TT-R in 2002. Aangezien vierwielaandrijving voortaan verboden is in deze competitie, stapte Audi in 2004 over naar een A4 DTM uitgerust met een atmosferische V8-motor, die voorin was geplaatst en 460 pk produceerde. In acht seizoenen won Audi met deze wagen vijf piloottitels en drie constructeurstitels, met Tom Kristensen, Allan McNish of Mattias Ekström achter het stuur. Vanaf 2012 maakte de A4 plaats voor de Audi A5 DTM, en vervolgens de Audi RS 5 Turbo DTM. Een nieuwe piloot schrijft geschiedenis: René Rast. Tussen 2017 en 2020 won de Duitser drie titels in vier jaar tijd.
Audi denkt altijd vooruit en is vanaf het begin betrokken bij de Formule E, de competitie voor 100% elektrische eenzitters. Terwijl de monocoques identiek zijn, kunnen constructeurs de aandrijflijn ontwikkelen (inclusief het ontwerp van de elektromotor, omvormer, versnellingsbak en achterwielophanging). Audi ingenieurs zorgen hier voor innovatieve oplossingen om de terugwinning, het beheer en het gebruik van energie te verbeteren. Met het duo Lucas di Grassi en Daniel Abt (vorig seizoen vervangen door René Rast) behaalde Audi 14 overwinningen, een coureurstitel (Lucas di Grassi) en een Team-overwinning.
Bij Audi is de volgende uitdaging nooit ver weg. Na het afsluiten van het Formule E-hoofdstuk in 2021 ging het merk voor een nieuw avontuur. In januari 2022 verkende het merk met de vier ringen de Dakar met de Audi RS Q e-tron. Deze wagen schreef meteen geschiedenis door als eerste prototype aangedreven door een elektromotor (in combinatie met een energieomvormer) een etappe te winnen in de beroemdste Rally-Raid ter wereld. De volgende uitdaging? De Dakar winnen ... alvorens te mikken op nog meer sportieve prestaties. Je DNA kan je nu eenmaal niet veranderen ...